Ik kreeg het niet op papier. Ik heb het geprobeerd maar de woorden kwamen niet. Een jaar geleden was het die vreselijke ochtend. Die ochtend waarop ik het telefoontje kreeg. Die ochtend waarop de woorden: “Hij is al dood.” in mijn oren bleven hangen. Het zinnetje herhaalde zich in mijn hoofd, steeds weer. Misschien had ik de hoop dat als ik de woorden duizend keer had gehoord de betekenis ervan minder waar zou worden? En nog dringt het feit dat Fiador nooit meer terugkomt niet echt tot mij door…
Voordat we op vakantie gingen naar London was ik overstuur, getrest en bezorgd. We waren al een lange tijd niet zo lang bij de paarden vandaan geweest en ik had behoorlijk de paniek te pakken dat het allemaal mis zou lopen. Ik was er misselijk van en toch op het moment dat ik uit het vliegtuig stapte op London City Airport was het weg. Ik kon het loslaten en heb enorm genoten van onze kleine week weg. De tijd ging eigenlijk veel te snel om eerlijk te zijn, twee dagen meer waren best welkom geweest (wie had gedacht dat ik dat ooit zou zeggen?).
Uiteraard miste ik de paarden wel. Ik dacht aan Pip, extra bezorgd omdat hij zo verbrand was door de zon. Ik miste Nicky’s zachte ogen. Ik miste Baelfire’s paniekerige gedoe om iets heel erg stoms. Ik miste de wind in mijn haren als Quint mij over het ruiterpad laat vliegen. Ik miste Fiadors zachte neus tegen mijn wang aan. Hij had zo een perfect zacht neusje. Ogen die mij altijd begrepen, ze weerspiegelden mijn ziel en alles wat we samen hadden meegemaakt.
Ik voelde de tranen opkomen want Nicky, Pip, Quint en Baelfire zouden op ons staan te wachten als we terugkwamen uit London. Fiador niet. Ineens was het weer zo heel erg definitief. Fiadors neus zou nooit meer in mijn nek kriebelen. Naar alle waarschijnlijkheid zou hij mij dan na wat lief gekriebel en gekroel nog even geniepig hebben gebeten. Zo was Fiador wel. Ik had altijd wel ergens een klein blauw plekje, een herinnering aan een liefdesbeetje van Fiador.
Ik kan er niet omheen, een jaar later is het er niet makkelijker op geworden dat Fiador niet meer terugkomt. Twaalf maanden verder lijkt het nog steeds onmogelijk dat ik hem nooit meer ga zien. Ik zou willen smeken om een tweede kans met Fiador. Ik wil weer met je wandelen, knuffelen, rennen en spelen. Onbezorgd kon ik altijd van je op aan want wij konden samen lezen en schrijven. En soms kon je ook het bloed onder mijn nagels vandaan halen. Ik zou nu heel graag willen dat je het bloed onder mijn nagels vandaan zou halen.
Facebook blijft steeds maar geweldige herinneringen met hem naar mij toe gooien. Fiador met Winnetou in de paddock, Fiador met Adel in de sneeuw, Fiador met Don in de paddock aan het spelen, Fiador met Fantaghirò in de trailer toen we haar gingen ophalen, Fiador naast Pip terwijl ik aan het rijden ben en Fanta aan de andere kant ernaast. Foto’s van een wandeling door het bos met Fiador, Fantaghirò en Pip (niet zo romantisch als het lijkt want Pip sleurde mij de hele weg mee als een soort van aanhangsel). En de foto’s van onze lunch bij Silversant waar Fiador en Fantaghirò in het voortuintje van het restaurant stonden geparkeerd.
Zo mooi als de herinneringen zijn, zo pijnlijk zijn ze ook. Het is een bevestiging van wat ooit was maar nooit meer zal zijn. En eigenlijk vind ik Fiador gewoon een verwend kreng, hij is niet alleen zelf weggegaan maar heeft ook bijna al zijn paardenvriendjes meegenomen, heel erg in overeenstemming met zijn mateloze arrogantie. Het is jammer dat Fiador Nicky nooit heeft leren kennen. Ik denk dat de kleine Casanova al zijn charmes in de strijd had gegooid om bij haar in de gratie te komen. En als ik Fiador een beetje ken was het hem nog gelukt ook. Ja, er is nog veel wat ik met hem had willen doen maar die mogelijkheden zijn verdwenen. Verdwenen met de woorden: hij is al dood.
En op alle plekken van de wereld waar ik Fiador zou kunnen missen, miste ik hem daar op de brug van London. In het donker met uitzicht op London Eye miste ik mijn snuitje. Zijn zachte snuitje en het kippenvel dat ik kreeg als hij met zijn snuit langs mijn nek en schouder ging. Krauwen en kriebelen waren echt zijn favoriete hobby. Ik heb nooit een paard gehad wat mijn liefkozingen zo enthousiast beantwoordde als hij. Tot op de dag dat ik elf maanden geleden afscheid had genomen van Fiador begon Nicky mij overenthousiast (als een paard van zeshonderd kilo dat doet dan duwt ze je dus bijna omver) terug te kriebelen. In mij nek en op mijn schouder met een geniepig liefdesbeetje toe. Heeft Fiador haar dat stiekem ingefluisterd?
Ik weet het niet maar het was ontzettend fijn. Oh, kleine man, wat mis ik je nog een jaar na het verlies. Vanuit het niks kan ik om je huilen en ik laat de tranen vrijuit gaan. Ze vertellen alleen maar hoeveel ik van je houd. Het verdriet zal nooit overgaan maar de pijn zal hopelijk minder worden. En gelukkig heb ik Nicky die mij kriebelt om mij te troosten tegenwoordig, Quint die net zo gek op je was als ik, Pip die mij herinnert aan je streken en Baelfire die nog steeds een beetje bang voor je is. Haha. Zo hard als ik om je kan huilen kan ik ook nog steeds om je lachen. En ongetwijfeld lach je met mij mee…